In de loop der eeuwen heeft de literatuur een breed spectrum aan stemmen en stijlen gezien. Van de klassieke poëzie van Horatius tot de scherpe hedendaagse humor van Arjen Lubach, de manier waarop we communiceren en onszelf uiten blijft evolueren. De puzzel van 13 maart van NRC biedt een interessante dwarsdoorsnede van deze literatuurgeschiedenis.
Horatius, een Romeinse dichter, staat bekend om zijn invloedrijke werken en met name zijn “Epistula ad Pisones” ofwel “Ars Poetica”. Dit leerdicht, waarvan de exacte datering nog steeds onderwerp van debat is, wordt verondersteld zijn laatste werk te zijn. Het is een brief gericht aan Calpurnius Piso en zijn twee zonen, die poëtische doctrine en richtlijnen voor het schrijven van poëzie uiteenzet. Dit reflecteert de klassieke inslag van het literaire discours, gekenmerkt door strenge vormen en respect voor canonieke regels.
Aan de andere kant van het spectrum staat Arjen Lubach, een moderne Nederlandse schrijver en televisiepersoonlijkheid, die bekend staat om zijn satirische benadering van actuele onderwerpen. Hij begint met een protest tegen degenen die de positieve aspecten van de moderne tijd negeren. In tegenstelling tot de formele poëzie van Horatius, vormt Lubach zijn werk met een losse, toegankelijke stijl, die resonans vindt in de harten van een moderne kijkerspubliek.
De contrasten tussen Horatius en Lubach zijn illustratief voor de ontwikkeling van literaire genres en publiekssmaak doorheen de tijd. Waar de één zich houdt aan strikte metrische structuren en een didactische ondertoon, omarmt de ander de flexibiliteit van taal om een onmiddellijke connectie met het publiek te leggen.
Het is opmerkelijk dat we dezelfde letters gebruiken om zulke verschillende werelden te scheppen. De puzzel uit de NRC, met de opgave ‘Van Horatius tot Lubach’, nodigt ons uit om over deze verbanden na te denken en reflecteert de ononderbroken draad van menselijke creativiteit die door de letters van ons alfabet loopt. Van de epische hexameters die resoneren met de vieringen van een ver verleden tot de snijdt van de moderne satire, onze taal is een levend organisme dat blijft groeien en zich aanpassen aan het tempo van onze collectieve ervaringen.